Bologna in één dag: la dotta, la grassa, la rossa ontdekken
Ontdek Bologna in één dag: van Piazza Maggiore en de Due Torri tot het Archiginnasio en de iconische arcades. Een stad vol geschiedenis, cultuur en smaak.

Een korte ontmoeting met een stad vol karakter
Bologna – la dotta, la grassa, la rossa. Drie bijnamen die perfect samenvatten wat deze stad zo bijzonder maakt: kennis, smaak en een zee van rode daken. Ik had maar één dag voor mijn bezoek, maar dat bleek genoeg om een eerste indruk op te doen. Onder de arcades wandel je langs cafés, kerken en trattoria’s, terwijl de torens in de verte lonken en het geroezemoes op de piazza klinkt zoals eeuwen geleden. Bologna is een universiteitsstad, een foodie-bestemming en een plek waar je met gemak een dag (of een leven) zou willen blijven hangen. Zin om mee te wandelen?

La dotta, la grassa, la rossa – de drie gezichten van Bologna
La dotta – de geleerde
Bologna is trots op haar Alma Mater Studiorum, de oudste universiteit van de westerse wereld, opgericht in 1088. In een tijd waarin onderwijs vooral onder controle van de kerk stond, ontstond hier een vrij en onafhankelijk model. Studenten kwamen van heinde en ver en organiseerden zich in nationes – verenigingen op basis van taal en herkomst.
De universiteit begon als een rechtsschool, maar breidde in de 14e eeuw uit met disciplines als logica, astronomie, geneeskunde en filosofie. Door de eeuwen heen studeerden hier grootheden als Dante, Petrarca en Copernicus.

La grassa – de vette
Bologna is een paradijs voor foodies. De bijnaam la grassa verwijst naar de rijke gastronomie die hier centraal staat – overvloed ja, maar geen overdaad. Eeuwenlang brachten studenten en professoren hun culinaire tradities mee, wat leidde tot een keuken vol karakter.
Maar de regio Emilia-Romagna staat al sinds de Oudheid bekend om haar vruchtbare landbouwgrond. Die rijke bodem legde de basis voor een bloeiende voedingsindustrie, waarvan Bologna het kloppende hart werd. Hier draait alles om kwaliteit: van ambachtelijke pasta tot lokale kazen, van verse groenten tot fijne vleeswaren.
Denk aan tagliatelle al ragù (niet te verwarren met spaghetti bolognese!), tortellini in brodo en de beroemde mortadella. Overal vind je trattoria’s waar smaak, traditie en kwaliteit hand in hand gaan.

La rossa – de rode
Beklim de Torre degli Asinelli en je begrijpt meteen waarom Bologna la rossa wordt genoemd: een zee van rode daken strekt zich voor je uit. De kleur komt van de bakstenen die sinds de val van het Romeinse Rijk gebruikt worden. Maar rood verwijst ook naar de politieke geschiedenis én naar de vurige bolides van Ferrari, Ducati en Lamborghini, die allemaal wortels hebben in Emilia-Romagna.

De must-sees in het hart van Bologna
1. De arcades – Unesco-werelderfgoed
Mijn wandeling begon onder de beroemde portici, de arcades die Bologna wereldberoemd maken. Ze strekken zich uit over 40 kilometer en zijn door Unesco erkend als werelderfgoed. Deze bogen beschermen je tegen zon en regen en vertellen de verhalen van al wie hier over de gepolijste vloeren wandelde.
De eerste arcades verschenen in de 11e eeuw, gebouwd in hout om balkons te ondersteunen. Later, in de 13e eeuw, werden de houten structuren vervangen door baksteen. De studenten kwamen toen massaal naar Bologna om te studeren, en deze balkons werden omgevormd tot kamers. Vandaag vind je er cafés, trattoria’s, kerken en zelfs musea – allemaal onder die elegante bogen.

2. Piazza Maggiore – het kloppende hart
Elke stad heeft zo’n plek waar alles samenkomt – in Bologna is dat zonder twijfel de Piazza Maggiore. Dit plein is niet alleen het geografische centrum, maar ook het historische hart van de stad.
Aan het plein liggen enkele van de belangrijkste monumenten van Bologna. De Basilica di San Petronio springt meteen in het oog, imposant en opvallend door haar onafgewerkte gevel. Maar ook de andere gebouwen vertellen hun eigen verhaal: het Palazzo dei Notai, het Palazzo d’Accursio, het Palazzo dei Banchi en het oudste van allemaal, het Palazzo del Podestà uit 1200, dat het plein aan de noordkant afsluit en bekroond wordt door de Torre dell’Arengo.
In het midden van het plein ligt il crescentone, een verhoogd platform dat geliefd is bij locals. Hier wordt gezeten, gepraat, gegeten. Het is een plek waar de stad leeft – en waar je als bezoeker even mag meegenieten van het dagelijkse ritme.

3. Basilica di San Petronio
Deze kerk is enorm: 132 meter lang, 60 meter hoog en 45 meter breed. De bouw begon in 1390 als eerbetoon aan San Petronio, de beschermheilige van Bologna. Oorspronkelijk was het plan om een kerk te bouwen die zelfs de Sint-Pietersbasiliek in Rome zou overtreffen. Maar dat idee werd tegengehouden door de kerkelijke autoriteiten.
Tot vandaag is de basiliek onafgewerkt. De gevel is nog steeds zoals hij was in de 17de eeuw, en ook de zijvleugels werden nooit voltooid. Toch is het interieur indrukwekkend. Binnen vind je 22 kapellen, elk met hun eigen karakter. De Cappella dei Magi is bijzonder, met 15de-eeuwse fresco’s van Giovanni da Modena. In de Cappella di San Giacomo liggen familieleden van Napoleon begraven, en de Cappella dei Reliquari herbergt waardevolle relieken.
Wat me opviel, was de zonnewijzer van Cassini, die dwars door het schip loopt. En dan is er nog het orgel – een van de oudste ter wereld – dat nog steeds bespeeld wordt.

4. Piazza del Nettuno – Neptunus en Maserati
Grenzend aan Piazza Maggiore ligt Piazza del Nettuno, met de beroemde Neptunusfontein van Giambologna. Het plein is een perfecte plek om even stil te staan en de grandeur van Bologna in je op te nemen.
Leuk detail: Maserati gebruikte Neptunus’ drietand als logo.

5. Palazzo dell’Archiginnasio – de ziel van la dotta
Niet ver van Piazza Maggiore ligt het Palazzo dell’Archiginnasio, een gebouw dat de intellectuele ziel van Bologna belichaamt. Het werd in 1563 gebouwd om de universiteit – toen al eeuwen oud – te centraliseren en beter te organiseren. Tot 1803 was dit het hoofdgebouw van de Alma Mater Studiorum, de oudste universiteit van de westerse wereld.
Wat deze universiteit zo bijzonder maakt, is dat ze in 1088 werd opgericht door studenten zelf als een vrij en onafhankelijk model. Studenten verenigden zich in nationes, groepen op basis van taal en herkomst, en bepaalden mee hoe het onderwijs werd ingericht. Het begon met recht, maar breidde zich in de 14e eeuw uit met logica, astronomie, geneeskunde, filosofie en theologie.

In het Archiginnasio voel je die geschiedenis in het echt. De gangen zijn bekleed met meer dan 6000 wapenschilden van studenten en professoren die hier ooit studeerden of lesgaven. Terwijl ik door het gebouw liep, leek het alsof de discussies tussen studenten en professoren nog steeds in de gangen weergalmden.
Vandaag is het paleis een bibliotheek, en niet zomaar één: het herbergt een van de grootste collecties boeken en manuscripten van Italië. Zelfs als je geen tijd hebt om lang te blijven, is een korte wandeling door de zalen en galerijen genoeg om te begrijpen waarom Bologna la dotta genoemd wordt.

6. Due Torri – Asinelli en Garisenda
Ze zijn niet te missen: de twee scheve torens van Bologna, Asinelli en Garisenda, die al sinds de 12e eeuw boven de stad uittorenen. Ze danken hun naam aan de families die ze lieten bouwen, en hoewel ze ooit deel uitmaakten van een groter netwerk van torens – Bologna had er in de middeleeuwen meer dan honderd – zijn deze twee de bekendste.
De Torre Garisenda werd als eerste gebouwd, rond 1109. Vandaag is hij 48 meter hoog, maar oorspronkelijk was hij een stuk hoger. Door verzakkingen in de fundering moest hij worden ingekort, en sindsdien staat hij bekend als de afgeknotte toren. Met een helling van 4° is hij opvallend scheef.
Enkele jaren later begon de bouw van de Torre degli Asinelli, die met zijn 97 meter nog steeds de hoogste middeleeuwse toren van Italië is. Ook deze toren helt, zij het iets minder spectaculair: 2,23 meter naar het westen. De klim naar boven – 498 treden – is pittig, maar het uitzicht over de rode daken van Bologna is het meer dan waard.
Wat ik mooi vond, is dat er naast de historische feiten ook een legende aan de torens verbonden is. Volgens het verhaal vond een eenvoudige boer dankzij zijn twee ezels een kist vol goud. Toen zijn zoon verliefd werd op een rijke jonge vrouw, eiste haar vader dat hij een toren zou bouwen als bewijs van zijn liefde. Tien jaar later stond de toren er – en het huwelijk kon doorgaan. De toren werd vernoemd naar de ezels, de asinelli, die de schat hadden gevonden.
Of het waar is? Misschien niet. Maar het geeft deze torens nét dat beetje extra karakter.
