Pastel de nata: een smeuïg Portugees gebakje
Normaal ben ik niet zo’n zoetekauw, maar tijdens ons diner in het Londense Bar Douro liet ik me toch verleiden. De schuldige: pastel de nata, een klein maar oh zo lekker gebakje uit Portugal.
Wat is pastel de nata?
Pastel de nata vindt zijn oorsprong in Lissabon. Je hebt het in twee happen op en het vervult je meteen met een tevreden gevoel. Nochtans is het een ontzettend simpel toetje! Pastel de nata bestaat uit een krokante bladerdeegbodem, gevuld met een smeuïge crème en een vleugje kaneel. De pastel is het lekkerst wanneer hij nog niet lang uit de oven is.
Is het pastel of pastéis?
Beide! Je eet 1 pastel maar bakt meerdere pastéis. Nata betekent dan weer room.
Recept voor pastéis de nata
Met dit recept maak je 12 tot 18 pastéis de nata. Het aantal hangt af van de grootte van de bakvorm.
Dit zet je op je boodschappenlijstje
- 40 g bloem of 2 eetlepels maïzena (glutenvrij)
- 150 g suiker
- 5 eierdooiers
- 500 ml melk
- ½ citroen, enkel voor de zeste
- ½ kaneelstokje
- 2 vellen kwaliteitsvol bladerdeeg van elk 300 g (eventueel glutenvrij)
-
Stap 1: je oven moet de perfecte temperatuur hebben
Verwarm de oven voor op 250°C. Je bladerdeeg wordt alleen bij een hoge temperatuur goudgeel en krokant. Gaat je oven maar tot 225°C? Zet het rooster dan op de hoogste stand.
Pastéis mogen niet te lang bakken. De eiervla zal door de hoge temperatuur anders stremmen. Het is een kunst om een krokante korst te hebben met een romige crème. Als het je daarnaast nog lukt om de typische donkere spots op de pastel te krijgen, dan ben je een echte expert!
-
Stap 2: maak de vulling
Meng de bloem met de suiker in een kom. Neem een tweede mengkom en klop er de eierdooiers in los. Het eiwit kan je in een ander gerecht gebruiken. Breng de melk met de citroenzeste en het kaneelstokje aan de kook.
Daarna giet je de warme melk door een zeef bij het bloemmengsel. Klop goed, want er mogen geen klonters ontstaan. De suiker moet volledig gesmolten zijn.
Vervolgens schep je met een pollepel wat van het warme mengsel bij de eierdooiers. Klop alles los. Daarna giet je de rest op het eiermengsel en meng je alles heel goed. Je hebt nu een slappe eiervla die niet verder moet indikken. Dat gebeurt wanneer de pastéis bakken.
-
Stap 3: het bladerdeeg voorbereiden
De kwaliteit van het bladerdeeg is allesbepalend voor het eindresultaat. Heb je veel ervaring? Maak dan zelf je bladerdeeg. Anders ga je in de supermarkt voor de meest kwalitatieve kant-en-klare versie.
Je vindt in de biowinkel of speciaalzaak ook glutenvrij bladerdeeg.
Leg de 2 vellen bladerdeeg op elkaar en rol ze op als een worst. Snij ze in 12 gelijke stukken van ongeveer 3 cm. Gebruik je kleine bakvormen? Snij de rol bladerdeeg dan in smallere stukken.
Neem een bakblik voor muffins en duw in iedere holte een stuk bladerdeeg. Werk van het midden naar omhoog. Zo blijft je deeg dun en steekt het juist boven de rand uit. Je kan je vingers wat nat maken zodat ze niet blijven kleven aan het deeg.
-
Stap 4: de pastéis bakken
Vul de bladerdeegkopjes met de eiervla. Je moet ongeveer 1 cm van de rand blijven. Daarna bak je de pastéis zo’n 12 tot 15 minuten in de hete oven. Laat de pastéis nog even afkoelen op een rooster.
-
Stap 5: serveren en smullen
Je kan een pastel de nata (of twee) warm of koud eten, maar dit gebakje is het lekkerst wanneer het warm is. Bestrooi het naar wens nog met wat kaneelpoeder of bloemsuiker, of een mengeling!