Mojo, de traditionele saus van de Canarische Eilanden
Mojo, de traditionele saus van de Canarische Eilanden, staat op elke tafel. Ze is er in verschillende kleuren en smaken. Rode en groene mojo zijn het bekendst, maar er zijn nog veel meer versies van de veelzijdige saus. Eén ding is zeker, als je eenmaal mojo hebt geproefd, kan je er niet meer afblijven.
Mojo
Mojo is de verzamelnaam voor een reeks koude sausjes die je op de Canarische eilanden bij allerlei gerechten kan eten. Het woord mojo is van Portugese oorsprong en betekent saus. Elk gezin heeft hun eigen recepten, maar de ingrediënten zijn meestal hetzelfde. Mojo's worden op elk moment van de dag gegeten bij elk soort gerecht. De meest voorkomende mojo’s zijn de rode en de groene.
Mojo rojo
Mojo rojo of rode mojo is de meest geliefde saus op de Canarische Eilanden. Ze is gemaakt met verse of gedroogde rode puntpaprika’s, look, azijn en olie. Rode mojo heeft een intense smaak en wordt vooral gegeten bij vleesgerechten en papas arrugadas.
Mojo picón
Rode mojo kan je pikant maken door hete chilipepers toe te voegen. De saus noemt dan mojo picón. Ze wordt vooral gegeten bij geroosterd vlees en inktvis.
Mojo verde
Mojo verde of groene mojo is een verfrissende saus met een unieke smaak. Hij wordt gemaakt met verse groene pepers, koriander, look, azijn en olie. Soms wordt de koriander vervangen door peterselie of een combinatie van die twee. Mojo verde heeft veel toepassingen. Deze heerlijke saus wordt het vaakst geserveerd bij vis en groenten.
Andere mojo’s
De reeks mojo’s die typisch zijn voor de Canarische Eilanden houdt hier niet op. Er zijn ook mojo’s met kaas, met amandelen, met tomaten en zelfs met saffraan of komijn. Ze worden niet zo veel gebruikt als de rode en groene mojo's, maar elk voegt zijn eigen kenmerkende smaak toe aan het gerecht.
Recepten
Er bestaat geen exact recept voor de verschillende Canarische mojo's. Ik probeerde er elke dag andere versies van mojo rojo en mojo verde, de een nog lekkerder dan de ander. Gebruik de recepten als basis en laat je eigen creativiteit de vrije loop. Mojo’s worden traditioneel gemaakt met een vijzel en stamper maar een staafmixer of mixer werkt net zo goed.
Je kan mojo rojo en mojo verde in een afgesloten bokaal tot een week in de koelkast bewaren.
Ingrediënten voor mojo rojo:
- 3 verse of gedroogde rode puntpaprika’s
- 3 teentjes knoflook
- 1 koffielepel gemalen komijn
- 1 koffielepel pimentón de la Vera
- 50 ml witte wijnazijn
- 150 ml olijfolie
- Zout naar smaak
Ingrediënten voor mojo verde:
- 1 groene puntpaprika
- 1 bosje verse koriander
- 3 teentjes knoflook
- 1 koffielepel gemalen komijn
- 50 ml witte wijnazijn
- 150 ml olijfolie
- Zout naar smaak
- 1 hete groene chilipeper (optioneel)
-
Mojo rojo maken:
Rooster de verse puntpaprika's tot ze zwartgeblakerd zijn en laat ze afkoelen. Schraap het vel eraf en verwijder de zaadlijsten. Als je gedroogde paprika's gebruikt, laat ze dan 15 minuten weken in kokend water. Verwijder de zaadjes. Snijd de paprika’s in grove stukken.
Pel de teentjes knoflook en hak ze fijn.
Doe de paprika’s, knoflook, komijn en pimentón in een vijzel en stamp de ingrediënten tot een fijne pasta. Je kan dit ook doen met een blender. Voeg geleidelijk de olie en azijn toe. Meng tot een gladde saus en breng op smaak met zout.
Voeg voor mojo picón 1 hete chilipeper toe aan de bereiding.
-
Mojo verde maken:
Verwijder de zaadjes en zaadlijsten uit de puntpaprika en hak hem grof. Doe hetzelfde met de chilipeper, indien gebruikt.
Hak de koriander grof. Pel en hak de teentjes knoflook fijn.
Doe de groene paprika, chilipeper, koriander, knoflook en komijn in een vijzel en stamp de ingrediënten tot een fijne pasta. Je kan dit ook doen met een blender. Voeg geleidelijk de olie en azijn toe. Meng tot een gladde saus en breng op smaak met zout.