De Vlaams-Brabantse tafeldruif, een uniek streekproduct
In het glooiende landschap van Overijse-Tervuren, net buiten de Belgische hoofdstad Brussel, vind je de Vlaams-Brabantse tafeldruif, een uniek streekproduct met een heerlijke smaak en een ongelooflijk aroma. Ooit waren tafeldruiven de economische motor van de regio. Maar concurrentie van zuidelijke markten en hoge energieprijzen brachten de handel op zijn knieën. De telers van deze nobele vrucht die vandaag de dag nog over zijn, hebben passie voor hun vak en brengen tafeldruiven van de beste kwaliteit op de markt. Ik heb het geluk dat ik in de buurt woon en elk jaar de serres kan bezoeken om te genieten van de zoete, aromatische bessen.
Hoe het allemaal begon
Het begon allemaal iets meer dan 150 jaar geleden met Baron de Peuthy en Felix Sohie. Baron de Peuthy bracht druivenstokken mee uit voormalig Joegoslavië en vroeg zijn tuinman Felix om hem te helpen druiven te verbouwen in zijn serre. Felix Sohie was opgeleid in de tuinbouw en had een neus voor zaken, dus het was niet lang voordat hij druiven kweekte in zijn eigen kas. Zijn project groeide uit tot een bloeiend familiebedrijf. De 300 serres van Felix Sohie inspireerden vele anderen in de regio en het duurde niet lang voordat anderen, zoals de familie Danhieux, zijn voorbeeld volgden. Aan het begin van de 20e eeuw was het landschap rond Hoeilaart, Overijse, Duisburg en Huldenberg veranderd in een sliert van glazen dorpen. Alle hellingen op het zuiden werden volgebouwd met serres en tegen de jaren 1950 produceerden 35.000 serres ongeveer 13 miljoen kilo druiven. Maar wie at al deze druiven?
De afzetmarkt van de Vlaams-Brabantse tafeldruif
In het begin was de Vlaams-Brabantse tafeldruif een echt luxeartikel dat alleen was weggelegd voor de rijke en aristocratische klassen. Een kilo druiven was al snel het dagloon van een arbeider waard, waardoor het voor deze groep mensen buiten bereik lag. De Vlaams-Brabantse druivenstreek ligt vlak bij de Belgische hoofdstad en de eerste telers brachten hun oogst per fiets of met paard en kar naar het station van Groenendaal. Van daaruit werden de druiven per trein naar de hoofdstad gebracht. Tegen het einde van de 19e eeuw was er zoveel vraag naar lokale druiven dat er een tramlijn werd aangelegd van Overijse naar Groenendaal. Delicaat verpakt in doosjes gevoerd met watten, kwamen de Vlaams-Brabantse druiven aan op markten in Engeland, Duitsland, Frankrijk, Zweden, Nederland en zelfs zo ver weg als de Verenigde Staten.
Die dagen zijn voorbij en tegenwoordig is de markt gericht op lokale consumptie. Kwaliteit is koning en de huidige telers verkopen het grootste deel van hun oogst aan lokale particulieren.
Tafeldruiven kweken, een uitdaging
De druif, een wijnstokachtige
De druivelaar is een klimplant die behoort tot de familie van de Vitaceae of de wijnstokachtigen. Het duurt meestal drie jaar na het planten voordat de plant vruchten draagt. Na verloop van tijd vormt zich een stam waaraan jaarlijks ranken groeien die tot twee meter lang kunnen worden. De druivelaar kan 100 jaar oud worden maar voor een weelderige opbrengst vraagt de plant heel wat liefde en aandacht.
Een arbeidsintensieve teelt
Het kweken van druiven, of het nu tafeldruiven of wijndruiven zijn, vereist veel toewijding en hard werk. Je moet de druivenstokken een paar keer per jaar snoeien, de ranken aanbinden en het fruit uitdunnen.
De snoei
Snoeien doe je viermaal per jaar. Er is de wintersnoei, de zomersnoei, de rijpingssnoei om de druiven meer licht en ruimte te geven en de verticale snoei. Een doorgewinterde snoeier maakt tijdens het snoeiseizoen meer dan 15 duizend knipbewegingen per dag. Gelukkig zijn er nu ergonomische snoeischaren verkrijgbaar om het werk wat gemakkelijker te maken voor armen en gewrichten.
Het aanbinden
Het aanbinden van de ranken gebeurt in maart en april. De druivelaars groeien dan grote scheuten en die worden aan horizontale draden geleid. Dit geeft de wijnstokken ruimte om te groeien en laat de bladeren meer licht vangen.
Het uitdunnen
Als je volle trossen druiven van hoge kwaliteit wilt krijgen, moet je ze uitdunnen en dat vergt veel vaardigheid en geduld. Als algemene vuistregel mag je niet meer dan vier tot zes trossen druiven per vierkante meter bladoppervlak overhouden. Sommige variëteiten, zoals de delicate witte muscat, houden maar drie of vier trossen per vierkante meter over.
Dan is er nog het uitdunnen van de trossen. Alle druiven die te klein zijn en naar binnen staan, worden uit de trossen geknipt om mooie, gelijkmatige trossen te creëren. Een Vlaams-Brabantse knipper kan ongeveer 15 tot 20 trossen per uur knippen op een manier die uniek is in de wereld.
De glazen serres
Druivelaars kunnen in openlucht groeien maar voor een goede opbrengst van zoete vruchten, moet je ze in verwarmde kassen kweken. De eerste warmtebronnen waren gewoon strovuren, die later evolueerden naar een kolenkachel of oven. De warmte werd dan via een buizensysteem van de bron naar de serres geleid. Na de Tweede Wereldoorlog werd centrale verwarming met fossiele brandstoffen geïnstalleerd. Hoewel het grootste deel van het jaar binnen verwarmen een must is, is het beschermen van planten tegen de zonnestralen in de zomer een ander belangrijk punt. Daarom werden kassen vroeger witgekalkt met een mengsel van kalk en water.
De jongere kwekers van tegenwoordig bouwen nu moderne serres met computergestuurde verwarmingssystemen. Dit maakt de kassen veel goedkoper in gebruik, efficiënter en vereist minder onderhoud. Sommige zijn zelfs volledig geautomatiseerd! Een mooi voorbeeld zijn de serres van de familie Dewit in Overijse. Het bedrijf heeft gemoderniseerd en gekozen voor verwarming op aardgas. De Dewits waren zo vriendelijk om ons rond te leiden zodat we het verschil met traditionele kassen konden zien.
Ziektes en natuurlijke vijanden
Meeldauw
De grootste bedreiging voor druivelaars is echte meeldauw, ook wel witziekte genoemd. De schimmel tast eerst de bladeren aan en verspreidt zich dan naar de druiventrossen zelf. Het sproeien van zwavel is lange tijd de meest gebruikte methode geweest om de ziekte te bestrijden.
Natuurlijke parasieten
De belangrijkste plagen die wijnstokken aantasten zijn spint, bladluizen en trosrupsen. In de jaren 1950 werden ze bestreden met nicotineverstuiving, maar dat mag nu niet meer. Tegenwoordig gebeurt de gewasbescherming op natuurlijke wijze door geïnfecteerde planten te besproeien met water of door roofmijten of effectieve organismen te gebruiken.
De val van de Vlaams-Brabantse druiventeelt
De bloeiende handel in Vlaams-Brabantse tafeldruiven werd getroffen door een reeks crisissen die de export tot stilstand brachten. De meeste telers konden de beurskrach van 1929 en de daaropvolgende crisis van de jaren 1930 doorstaan omdat ze voldoende geld hadden gespaard. Maar dertig jaar later werd de euromarkt geïntroduceerd en overspoelden goedkope druiven uit zuidelijke landen de markten. Bovendien zorgde de energiecrisis van de jaren zeventig ervoor dat de prijs van stookolie verdubbelde. De winstgevendheid van de serres kelderde en jongere generaties toonden minder interesse in de afnemende handel. In 1980 waren er nog maar 11.000 kassen over en tien jaar later telde het druivengebied nog maar 2700 kassen.
Ondanks de uitdagingen is de Vlaams-Brabantse druiventeelt nog steeds levendig. Tegenwoordig is het in handen van een klein aantal gepassioneerde telers die hun oogst met trots verkopen aan liefhebbers.
De meest geteelde druivenrassen
Er zijn ongeveer 150 verschillende soorten tafeldruiven, maar slechts een paar daarvan worden lokaal geteeld. In Vlaams-Brabant vind je vooral Royal, Ribier, Leopold III en Muscat druiven.
Blauwe druiven
Royal: De Royal druif stamt af van de bekende Alphonse Lavallee. Royal druiven zijn zoet, sappig, stevig en knapperig. Het is de meest geteelde Vlaams-Brabantse tafeldruif.
Ribier: We weten niet zeker waar de Ribier druif vandaan komt. Soms halen mensen zelfs de Ribier en Royal door elkaar. De bessen zijn dik en rond, knapperig en stevig.
Leopold III: Deze druif is ontstaan door een spontane mutatie van de Royal druif in de jaren 1920. De grote, knapperige bessen hebben een delicate smaak en zijn lichtjes afgeplat met slechts één of twee pitten. Koning Leopold III gaf de druif zijn peterschap en naam.
Witte druiven
Muscat: De geliefde Muscat d'Alexandrie komt oorspronkelijk uit Egypte. De bessen zijn zoet en geparfumeerd, dik en knapperig. De muskaatdruiven hebben een prachtige ambergele kleur. Het is de meest geteelde en gevraagde witte druif in Vlaams-Brabant.
Druivenetiquette
Ja, er bestaat zoiets als druivenetiquette.
Tafeldruiven worden niet bespoten met pesticiden en hebben een natuurlijk dons laagje. Was de druiven daarom niet voor je ze eet.
Behandel je druiven met zorg en respect voor al het werk dat de teler erin heeft gestoken. Leg je druiven in een mandje of op een bord zodat ze mooi uitkomen.
Druiven knip je altijd in trosjes met een schaar. Begin bovenaan aan de brede kant en knip naar beneden, zodat je de vorm van de tros zo lang mogelijk kunt houden.
Druiven zijn goed voor je, dus ze zijn een ideaal geschenk. Ik geef mijn vader elk jaar een grote tros Leopold III druiven als verjaardagscadeau.
Weetjes
- De gemeente Hoeilaart was in de jaren 1900 zo rijk dat ze 9 banken telde.
- In 2008 kreeg de Vlaams-Brabantse Tafeldruif de Beschermde Oorsprongsbenaming.
- Druiventelers werkten hard maar waren welgesteld. Er verrezen veel mooie villa's in de omgeving. Vooral de villa's ontworpen door de plaatselijke architect Charles Mariën waren ruim en luxueus. Je kunt de karakteristieke huizen nog steeds zien in de straten van de regio.
- In 1928 hadden de “glazen dorpen” het hoogste kadastraal inkomen van het land.
- Je kunt tafeldruiven ook buiten kweken. Je kunt de planten het beste zo planten dat ze op het zuiden staan.
- Je kunt olie maken van druivenpitten.
- Serres worden vanaf het begin van de winter verwarmd. Als de druivenstok te koud krijgt in de winter, krijgen de vruchten een harde, dikke schil.
De Vlaams-Brabantse druivenstreek bezoeken
De Vlaams-Brabantse druivenstreek is een populaire plek voor wandelaars, ruiters en fietsers. De prachtige streek maakt deel uit van het Nationaal Park Brabantse Wouden, dat dwars door Vlaams-Brabant loopt van het Meerdaalwoud tot het Zoniënwoud en het Hallerbos. Dit 10.000+ hectare grote natuurgebied ligt aan de rand van de hoofdstad Brussel en is gemakkelijk bereikbaar.
Als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van de druiventeelt, ga dan zeker naar het Druifmuseum in Overijse. Ze hebben een geweldige verzameling foto's die de evolutie van deze fascinerende industrie laten zien.
Druiven in de keuken
Druiven zijn een gezonde vrucht die je vooral uit het vuistje eet. Maar wist je dat je ook met druiven kunt koken?
Je kunt druiven toevoegen aan een salade. Ze smaken heerlijk met rucola, tomaten en pijnboompitten.
Top je ontbijtgranen met verse druiven voor een frisse, knapperige traktatie.
Druiven zijn heerlijk verwerkt in desserts zoals clafoutis en crumble.
Je kunt wijn maken van tafeldruiven, ook al hebben ze minder zuren en minder suiker dan wijndruiven.
Druiven smaken heerlijk in een stoofschotel. Probeer ze eens met spruitjes, wild en gevogelte of zelfs vis? Mijn favoriete druivengerecht is sole Véronique, een klassieker uit de Franse gastronomie.
Enkele adressen van lokale druiventelers
- Filip en Koen Dewit, Brusselsesteenweg 262, Overijse
- Ronald Vanderkelen, Groeneweg 62, Overijse
- Bacchus Royal - Niko De Saeger, Terhulpensesteenweg 116, Overijse
- Michel Dekerk, Roelandsheide 6, Tervuren
- Eric Van Camp, J. Kumpsstraat 33, Hoeilaart
- Norbert Vanherentals, JB Blommaertstraat 12 Hoeilaart.