Clafoutis met kersen, een klassiek Frans dessert
Wie houdt er niet van clafoutis, één van de meest klassieke desserts uit de Franse keuken. Na mijn bezoek aan de kersenboerderij Engelendael kwam ik thuis met 4 kilogram kersen. Ik had zin in een snel dessert en niets is eenvoudiger dan clafoutis bakken.
Wat is clafoutis?
Clafoutis is een zeer lekker, typisch Frans dessert. Je maakt een beslag met bloem, eieren, melk en suiker. Het beslag giet je over een laag vruchten en het geheel bak je in de oven. Serveer een clafoutis vers uit de oven en nog een beetje lauw voor het ultieme genot van je smaakpapillen.
Er is enige discussie over de oorsprong van het woord clafoutis. Volgens sommigen is het woord afgeleid van het Occitaanse werkwoord clafir dat opvullen betekent. Je vult een ovenschotel op met fruit en overgiet die dan met deeg. Volgens anderen komt clafoutis van de Latijnse term clavum fingere. Dit vertaal je als een nagel planten en het verwijst naar de kersen in het deeg.
De échte clafoutis
Welke ook de juiste verklaring is, ze verwijzen allebei naar de geboorteplaats van de clafoutis: de streek Limoges – Auvergne, gelegen in Midden-Frankrijk. Het gerecht verscheen daar voor het eerst in het midden van de 19de eeuw. Je kan clafoutis maken met allerhande soorten fruit, maar de authentieke clafoutis maak je met kersen, zoals duidelijk is uit het Latijnse clavum fingere.
Welke kersen gebruik ik?
Geef de voorkeur aan donkere en stevige kersen voor je clafoutis. Volgens de originele bereiding laat je ook de kersenpit zitten. Dat heeft zo zijn voordelen. Het is in de eerste plaats minder werk, de kersen behouden hun sap en de clafoutis ziet er ook mooier uit. Blijkbaar geven de pitten ook bijkomend smaak af. Het nadeel? Op een kersenpit bijten betekent gegarandeerd een bezoek aan de tandarts. Ik neem liever het zekere voor het onzekere en verwijder zorgvuldig iedere kersenpit.
Ander fruit
Je kan natuurlijk ander fruit dan kersen gebruiken, maar dan spreek je niet meer van een clafoutis. Je maakt dan een flaugnarde. Typisch maak je die met appelen, peren, perziken of pruimen maar ook met kleinfruit zoals frambozen of bosbessen.
Recept: heerlijke clafoutis met kersen
Voor je clafoutis gebruik je een ronde, platte ovenschaal, vervaardigd van glas of ceramiek en met een doorsnede van maximum 25 cm. Je kan ook individuele schaaltjes gebruiken. Je past dan gewoon de baktijd aan.
Ingrediënten
- 400 g kersen
- 3 grote eieren
- 80 g suiker
- 1 snuifje zout
- 75 g bloem
- 200 ml melk
- 100 ml room
- 1 nootje boter
- Poedersuiker voor de afwerking
-
De kersen voorbereiden:
Was de kersen en verwijder de steeltjes. Droog de kersen grondig. Je kan ze ontpitten maar het hoeft niet.
Wrijf de ovenschaal in met het nootje boter en verdeel de kersen gelijkmatig over de bodem.
Verwarm de oven tot 190 °C.
-
Het deeg maken:
Neem een grote mengkom en klop hierin de eieren met de suiker en het snuifje zout tot een schuimige massa. Zeef de bloem en voeg ze toe aan het eimengsel. Zorg ervoor dat je geen klontertjes hebt.
Meng de room en de melk, beetje bij beetje en onder voortdurend kloppen, bij het mengsel.
-
Tijd om te bakken:
Giet het gladde beslag over de kersen en plaats de schaal in de oven. Laat de clafoutis bakken gedurende 45 à 50 minuten. Indien je individuele schaaltjes gebruikt, dan is je clafoutis al na 20 à 25 minuten klaar.
-
Tijd om te smullen:
Laat de clafoutis afkoelen tot de gewenste temperatuur. Ik verkies mijn clafoutis lauw en smeuiig maar heb je liever een vaster gerecht, laat de clafoutis dan volledig afkoelen. Voordat je je tegoed doet aan het toetje, strooi er nog wat bloemsuiker over.